Een kort overzicht
In de meer dan 150 jaar die de kerk er nu staat is er het een en ander gepasseerd.
Met het vertrek van pastoor Wesselingh in 1856 wordt de bediening van de Bernarduskerk overgenomen door de carmelieten,
destijds vanuit het Utrechtse Veer te Leiden. Pater Bosmans (geboren vlaming) wordt de eerste caremeliet pastoor. Wat de reden
van de komst van de carmelieten is dat is ons niet bekend, mogelijk de bediening van voormalige statie Groenendijk als schuilkerkje
door de carmelieten.
In 1869 wordt het kerkhof opnieuw aangelegd. In dat jaar wordt tevens
het uurwerk in de toren aangebracht.
Tussen 1874 en 1878 worden bijna alle gebrandschilderde ramen
aangebracht. Deze prachtige ramen staan ook op een van deze
pagina’s beschreven en afgebeeld
In 1876 wordt de kerk voorzien van prachtig gebeeldhouwde
communiebanken, vervaardigd door de werkplaats van Stoltefus en te
Poel uit Den Haag.
In 1881 wordt het hoofdaltaar vanwege een schenking grondig
opgeknapt.
In 1884 wordt de kerk vanwege een schenking voorzien van drie stuks
vijflichtskronen, zes wandarmen , twee altaarlampen en een
koorverlichting, alle geleverd door de firma J.L. Creyghton te Leiden.
In 1901 wordt het “Noteboom cabinet orgel” vervangen door een
exemplaar van Maarschalkerweerd, geschonken door de parochie tgv het 50 jarig priester jubileum van pastoor Bosmans.
In 1904 wordt in opdracht van de parochie aangevangen met de bouw van een nieuwe pastorie naar een ontwerp van J.H. Tonnear,
leerling van de grote bouwmeester Cuypers. Zie voor nadere info een van de andere pagina’s.
In de jaren vlak na de tweede wereld oorlog worden er serieuze plannen gemaakt de kerk te vervangen door een grotere en er
tegelijk een carmelieten klooster naast te stichten. Pastoor Hennekens was de grote animator. Om dit te realiseren moesten zowel
kerk als pastorie in handen komen van de carmel. Het kerkbestuur is
uiteindelijk akkoord gegaan met de overdracht van het onroerend
goed onder de uitdrukkelijke clausule dat, wanneer de carmel de
parochie niet meer bedient het onroerend goed weer en om niet
terug zou gaan naar de parochie. Behalve de genoemde overdracht
vinden geen van de plannen doorgang.
Het interieur van de kerk wordt grondig aangepast,
1951/1952. Het stuc plafond verdwijnt. Ook het altaar wordt
vervangen door het eenvoudige marmeren dat er nu staat. De
toegang tot het koor verandert. Het orgel wordt aangepast.
In 1962 vindt er een grondige restauratie van de toren plaats.
Met de grote verandering in de katholieke kerk in de zestiger jaren
van de vorige eeuw verdwijnen de communiebanken en ook de
banken voorin de kerk voor de zusters ursulinen en de paters
carmelieten. Ook komt het altaar wat naar voren zodat de priester
met het gezicht de kerk in kan staan.
Oudst bekende foto van het interieur van de kerk (ca 1880
Tijdens een (slecht bezochte) kerkdienst in 2002